Toen ik zo’n 29 jaar geleden geboren werd, kregen mijn ouders een Duracell-konijn
cadeau. Eentje zoals er toen wel meer in de omloop waren: roze pluche, maar
niet zacht te noemen door alle mechanica binnenin, met een grote trommel op
zijn buik. Niet onmiddellijk het meest voor de hand liggende kraamcadeau, maar
who’s to blame, waarschijnlijk wist de persoon in kwestie niet meer wat te
geven bij de geboorte van het vierde kind ten huize Vuylsteke.
Het ging toen niet elke dag even goed met mij – 7 weken te vroeg geboren worden in
de eighties is geen sinecure – en het verhaal gaat dat mijn moeder vaak naar
het konijn keek en vurig wenste dat ik ook zo sterk en onvermoeibaar zou worden.
Althans, zo zat het in mijn hoofd. Dat de echte historie even anders is, bleek na
enkele vragen aan mijn moeders adres over de schenker van het trommelende
hebbeding.
Dat ik onvermoeibaar was is een feit. Ik kon immers huilen totdat ik er hees van werd.
Laat mij hieraan toevoegen dat mijn geschrei er daardoor niet stiller op werd,
mensen, en je kan je al snel twee ouders voorstellen die niet meer wisten van
welk hout pijlen te maken. Dat ik toen ook twee zussen en een broer had die mijn moeder
beschuldigend aankeken telkens hun dagelijkse aflevering Tik Tak werd gestoord
door een krijsende baby, maakte de tragedie helemaal af.
Terug naar het Duracell-konijn. Als het konijn trommelde, was ik stil. Of toch semi-stil.
Al een heleboel stiller dan dat ik was toen het konijn geen opvoering van zijn
uitgebreide oeuvre mocht geven. Voor mijn ouders – en bij uitbreiding voor de
rest van hun kroost – was de keuze snel gemaakt. Vanaf dat moment ging hun
dagelijkse doening vergezeld met mechanisch achtergrondgetrommel.
Het gekrijs verminderde, het getrommel verstomde. De gloriedagen van mijn Duracell-konijn
waren voorbij. Het konijn belandde op zolder, goed bewaard bij alle andere
herinneringen aan mijn babytijd. Ondertussen groeide ik op en haalde ik zonder
probleem alle achterstand in, als die er al was. Altijd bezig, vaak onderweg,
1000 projecten in mijn hoofd. Studies combineren met studies, studentenjobs
combineren met studentenjobs, mijn job combineren met een bijberoep: het is wat
het is en ik heb er nooit bij stilgestaan.
Ik hou van bezig zijn, ik hou van
alles wat ik doe. Mijn moeder noemde mij doorheen de jaren zeer vaak een
Duracell-konijn. Ondertussen werd er een huis gekocht, dat na twee jaar verbouwen een thuis is voor ons
gezinnetje-met-twee-katten. Vorige week installeerde de heer des huizes mijn
bureautafel en opende ik de weddenschap op hoelang de clean desk policy zou
standhouden. Creativity creates chaos, poneerde een tante, en ik was blij dat
ik het daarop zou kunnen steken.
Het Duracell-konijn werd van zolder gehaald en kreeg een plekje op mijn bureau. Eén
blik op hem wanneer ik even vastzit en mijn focus komt terug. Zijn trommelskills
mogen dan wel een pak strammer zijn, hij stelt mij nog altijd gerust. En zo
gaat hij back to the roots.
Ondertussen noemen mijn ouders mij vandaag nog vaak een Duracell-konijn. Ik zeg altijd dat
ik het van iemand moet hebben geërfd. Mijn moeder steekt het op het eindeloze
getrommel van het konijn. En zo blijven we bezig, en zo blijven we doorgaan.